Zie de wind waait door de bomen

26 november 2011 - Ushuaia, Argentinië

 

Als je bij het dorp San Sebastian de grens van Chili en Argentinië passeert, zuidelijker dan je waarschijnlijk ooit geweest bent, zit je nog steeds in Tierra del Fuego en nog steeds in het immense Patagonië aan de onderkant van Zuid-Amerika. In het douanekantoor hangt een groot reclamebord. Op het bord is een man afgebeeld en de man zit op zijn paard. Als je het aan een Argentijn zou vragen, zou die je vertellen dat dit niet zomaar een man is, maar een Gaucho. Op het bord, boven de gaucho op zijn paard, staat de tekst: “Tierra del Fuego, een plek voor iedereen”. Ook aan het einde van de wereld zijn er city-marketeers. Zo'n 150 kilometer verderop in de kustplaats Rio Grande is het motto: “Rio Grande, een compromis van allen.” In Rio Grande zijn we niet lang gebleven.

En het klopt als een bus. In Tierra del Fuego, ook wel bekend als Vuurland, is er genoeg plek voor iedereen, net als in de rest van Patagonië. Hier hoef je een gemiddelde vierkante kilometer slechts met iets minder dan één ander persoon te delen: 0,9 om precies te zijn. In het ergste geval is dat je buurman.

In een aantal lange busritten, onder andere een van zo'n 26 uur, hebben wij ons door deze oneindige kilometers leegte naar het zuiden laten rijden. Overal waar je kijkt, is er niets te zien: geen steden, geen mensen, geen dieren en geen bomen. Alleen het gras heeft de moeite genomen om een kijkje boven de grond te nemen. Op de vlakke stukken heeft zelfs de horizon een eindeloos uitzicht.

Flinke stukken van al dat 'niets' zijn van iemand. Een hek van palen en prikkeldraad die het grote niks netjes bij elkaar houdt, loopt braafjes mee met de snelweg naar het zuiden. Zo nu en dan wordt het hek onderbroken door een poort. Achter de poort zit een pad dat als je het maar lang genoeg volgt naar een van de zeldzame boerderijen leidt, de estancias. In de estancias wonen de nazaten van de mensen die hier vanaf de 19e eeuw gekomen zijn, veel Italianen, Joegoslaven, Engelsen, Schotten en Welshmen die zelfs hun traditie van thee met scones en toast hebben meegenomen. De toast wordt overigens aangebrand gegeten. Verkoold brood is, aldus onze tafelgenoot, goed voor de maag. Nu zijn we in Nederland gewend om de asbest eerst van het brood af te schrapen voordat we er wat boter op smeren, maar hier in Vuurland is het blijkbaar een delicatesse, wat misschien ook niet zo raar is.

Hier kom je niet voor de steden, maar voor de natuur. Zoals de gigantische Perito Moreno gletsjer die zich elke dag, beetje bij beetje, in het Lago Argentino laat storten of het Chileense nationale park, Torres del Paine, het wandel-Mekka van Zuid-Amerika.

En waar je ook bent, overal waait de wind zich een hoedje. Tijdens de derde dag van onze wandeling in Torres del Paine, op weg naar de Grey Gletsjer, is het zelfs moeilijk om te blijven staan. Alsof de wind hoog op de gletsjer onderuit is gegaan en over het ijs naar beneden alsmaar extra vaart heeft gekregen en nu recht op ons afkomt.

Via al dat natuurgeweld zijn we inmiddels in Ushuaia beland, de zuidelijkste stad ter wereld. Als je nog wat verder gaat, resten er slechts nog wat eilandjes, Kaap Hoorn en dan, als je lang genoeg op de boot zit, Antarctica. De stad drijft bijna volledig op toerisme en spaart geen enkele moeite om mensen er op te wijzen dat dit het einde van de wereld is. Alles is hier “het meest zuidelijk ter wereld”. Alleen de kroegen komen er bekaaid van af omdat er voor de kleine kolonie onderzoekers op Antarctica ook nog een bar is.

Hier draaien wij weer om. Verder dan dit gaan we niet naar beneden. Zondag stappen we op het vliegtuig naar Buenos Aires waar de zomer bijna is begonnen. Onze laatste maand in de Amerikaas is aangebroken. Nog wat vlees, wijn en tango en dan vliegen we alweer door naar New York voor wat laatste kerstinkopen.

Voor een ieder die in Nederland zit te denken wat Sint nu weer zal schenken, veel plezier met pakjesavond. Hopelijk zijn jullie een beetje braaf geweest dit jaar.

Suus en Jop

 

 

Foto’s

1 Reactie

  1. Bregje:
    26 november 2011
    Het zijn eigenlijk een stelletje blufkikkers daar in Ushuaia als je bedenkt dat er toch echt een stadje zuidelijker ligt... het piepkleine Puerto Williams op het Chileense Isla Navarino aan de andere kant van het Beagle kanaal. Daar hebben ze een gemeentehuis, een schooltje, een politiebureau en een ziekenhuis wat het gehucht volgens de inwoners een echte stad maakt. De mensen in Ushuaia zullen vast een andere definitie van stad hanteren. En met succes. Zo zie je maar wat goede city marketing kan doen...